“lach nooit met levende draken.” _ J.R.R. Tolkien
de tijd dat ik zweepte met films van Tsui Hark moet zowat geleden zijn tot de Van Damme miskleunen Knock Off en Double Team. en op het moment dat je hem werkelijk zou afschrijven als tanende ster kwam hij in 2010 op de proppen met Detective Dee and the Mystery of the Phantom Flame en een jaar later met Flying Swords of Dragon Gate (was toen te zien op Filmfestival Gent). er zitten blijkbaar toch nog wuxiakunsten in zijn filmtank welke hij nu magistraal brengt in de prequel Young Detective Dee: Rise of the Sea Dragon. aangezien
het gaat over de jonge Dee nam men het risico om de Chinese superster Andy Lau te vervangen door de Taiwanese acteur Mark Chao en verrassend genoeg straalt hij eenzelfde charisma uit (misschien zelfs nog iets warmer van aard). met de beide voeten op de grond zonder nederig te zijn en met een benijdenswaardig intellect arriveert hij in de keizerlijke hoofdstad. die staat op stelten. de Tang dynastie (zelden zo’n keizerrijk in een exclusief voortreffelijk design van Ken
neth Mak gezien) leeft op grond van oorlog met een naburig keizerrijk en zendt een massavloot als krachtige waarschuwing. tijdens hun tocht vallen de schepen ten prooi aan een gigantisch zeemonster. de keizerlijke detective Yuchi (William Feng) krijgt van keizerin Wu (wanneer Carina Lau in beeld komt voel je een ijstijd naderen) tien dagen om het zeemonsterraadsel op te lossen. het volk wil ondertussen in hun bijgeloof de mooie courtisane Ruiji (Angelababy) opofferen; maar ook zij wordt aangevallen door één of ander groen monster. Dee is net op tijd om haar te redden en in het o
ntrafelen van de twee mysteries kruisen Yuchi en Dee elkanders aanvankelijk rivaliserend pad om vast te stellen dat ze eenzelfde vijand hebben die gespecialiseerd is in parasietenvergif en de Tang dynastie om persoonlijke wraakredenen wil omver werpen. laat u niet afschrikken door het warrige, soms chaotische begin waarin vetes tussen keizerrijken, intriges binnen het hof, gescheiden geliefdes door elkaar worden gehaspeld samen met de introductie van Dee en Yuchi en hun raid op vijandelijke troepen waarvan het opzet nog onduidelijk is. in tegenstelling tot andere wuxiaproducties die in een haast en spoed worden ingeblikt
in functie van de gevechten terwijl men ondertussen het scenario aan het bedenken is, heeft Hark alles vooraf gepland en wordt iedere verhaallijn duidelijk. en per verhaallijn voorziet hij in de meest dynamische actie die China heden ten dage kan presenteren door paradoxaal terug te keren naar de good old wire days van Once Upon A Time In China, de trilogie waarmee Hark Jet Li groot maakte, met een snufje van A Chinese Ghost Story trilogie. een nostalgisch gevoel overvalt de kijker wanneer in snelle actiesequences onze helden over de daken vliegen (en waarom daarbij niet ee
ns dakpannen voetballend naar de tegenstander schieten) waarbij de kledijdracht telkens sierlijk flaneert in de lucht (de kostuumpracht van Lee Pik-kwan in het algemeen is enorm verfijnd). de gevechten zijn steeds levendig en altijd gevarieerd: de drukpunttechniek, zwaardgevechten, kung fu, martial art, vliegende ninjagoedendags, tot zelfs een clash waarbij men aan touwen hangt de bengelen tegen een canyonafgrond, met andere woorden: het wordt nooit vervelend en ze volgen elkaar ook nog eens razendsnel op. en tijdens een rustmoment last Hark enkele humore
lementen in (de delicate samenstelling van het antigif bvb welke subtiel tijdens de eind credits voor een practical joke zorgt). veel bloed spat er niet op los dus laat je Indiana Jones of Pirates Of The Carribean kidsliefhebbers dit mede ontdekken, ze zullen niet weten wat ze zien. van die piraten gesproken. het zeemonster van Hark verpulvert zonder moeite de Kraken. qua computer special effects misschien minder, maar qua beleving een pak intenser. de blockbusters van Hollywood als amusementsnorm? laat me niet lachen, Tsui Hark heeft gewoonweg de titel blockbuster van het jaar reeds binnen.
4/5